Door Willeke van Staalduinen, AFEdemy, Academy on Age-Friendly Environments in Europe B. V.
Interview met professor Joost van Hoof, lector Urban Ageing, De Haagse Hogeschool.
Waarom doet u mee aan het BIG project?
De Haagse Hogeschool (THUAS) werd uitgenodigd om deel te nemen aan het project vanwege haar kennis over leeftijdsvriendelijke steden en veranderingen aan woningen voor ouderen. Als leerstoel Urban Ageing, werkend voor de Faculteit Sociaal Werk & Educatie, Centre of Expertise Health Innovation en samenwerkend met onderzoekers van de Faculteit Gezondheid, Voeding en Sport, voelde dit multidisciplinaire project voor ons goed om mee te doen. De inclusieve aanpak van het spel was vanaf het begin een van de aantrekkelijke troeven van het voorstel.
Wat vond je tot nu toe het leukst in het project? Waarom?
In elke stap van het proces was er iets waardevols voor het team. Bijvoorbeeld het samenwerken met studenten aan de ontwikkeling van de personages voor het spel en de uitwisseling met internationale partners over inclusieve omgevingen in de verschillende landen en de culturele omstandigheden. Maar wat echt geweldig was, de eerste keer dat je de testversie van het spel ziet. Het is zo goed gemaakt en de personages en de omgeving zijn zo mooi ontworpen en getekend. Het resultaat te zien van het werk dat we samen als internationaal team verrichtten was erg de moeite waard.
Wat is voor jou tot nu toe het belangrijkste dat je van het project geleerd hebt of meeneemt? Waarom?
Vooral het werken met de studenten toonde de kracht van het spel voor het team als geheel, nog voor het ontworpen was. Studenten van de Minor Participatieve Gezondheidszorg aan de THUAS werden betrokken bij het ontwerp van de personages en we betrokken mensen met een relevante ziekte of beperking bij dit proces. De studenten hadden echt het gevoel dat het hebben van direct contact en gesprekken met mensen met een bepaalde ziekte of beperking tijdens het maken van de personages hun ogen opende wat betreft de ervaringen waarmee mensen in hun dagelijks leven te maken krijgen. In contact staan met echte mensen met een beperking opent nieuwe perspectieven en helpt het stigma te verminderen. Door ervaringen van echte mensen in het spel op te nemen wordt het spel echter en beter te begrijpen.
Voor mij persoonlijk heb ik heel wat geleerd over de culturele en architectonische verschillen tussen de landen en de manier waarop openbaar vervoer en gezondheidszorgsystemen werken en ontworpen zijn. We hebben veel tijd en moeite gestoken in diepgaande discussies tussen de internationale partners om tot een “grootste gemene deler” te komen wat betreft de scènes, zowel wat betreft de architectuur als de problemen waarmee onze personages te maken kregen. Uiteindelijk is ons internationaal team er vast van overtuigd dat het spel voor alle potentiële spelers herkenbaar moet zijn wat betreft de uitdagingen die ze tegenkomen en de look-and-feel van de gebouwde omgeving.
Wat zijn de volgende stappen waaraan je in het project zult werken?
We hebben twee workshops georganiseerd om het spel te testen met toekomstige spelers en begeleiders van het spel. We verheugen ons erop het spel te spelen met mensen die geïnteresseerd zijn in leeftijdsvriendelijke omgevingen, begeleiders van volwasseneneducatie en volwassen deelnemers en te leren hoe we het spel nog verder kunnen verbeteren!